Voordat we naar de markt gaan spoelen we de Just maar weer eens schoon. De paar druppels regen van gisteren hebben een hoop zand meegebracht. We toppen de watertanks vol en gaan op zoek naar de markt. Waar we denken dat de markt is, op een centraal plein, vinden we niks. We wandelen nog wat door de winkelstraatjes en ineens zien we een paar kraampjes veel verder van de haven dan we hadden verwacht. We slenteren wat langs de kraampjes en kopen wat lekkere kersen, pruimen, een iets te grote watermeloen en een knoflook.
De Just was al vaarklaar en we starten bijna direct de motor. We hebben een halfwindje en ik draai het fokje uit. Eenmaal tussen een paar eilanden is het uit met het windje en draai ik het fokje weer in. Marianne leest dat bij ons beoogde ankerplekje veel natuur is, maar dat dat vooral heel veel muggen zijn. Niet onze grootste vrienden om in de avond te ontmoeten. Als ik dan ook nog lees, dat de visfarm stinkt, is het al snel een “No Go”.
Een nieuw ankerplekje is snel gevonden. Eentje waar niet geklaagd wordt over muggen en stank, maar wel over zwemmende koeien. Nu weten we gelijk waar de gezouten roomboter vandaan komt. De eerste ankerpoging gaat mis en bij het ophalen van het anker halen we een netwerk van touwen mee naar boven. We vermoeden dat het voor kreeftenpotten is. Ik zie een pot vastzitten aan die touwen, helaas zonder kreeft. De tweede poging gaat perfect en we vinden het een mooi ankerplekje. We blijven hier waarschijnlijk vannacht alleen liggen.
Tegen de avond nemen we een snel duikje in het koude, nogal snelstromende water. De douche warmt ons weer op.
Morgen hebben we een langere tocht voor de boeg naar Ormos Vasilikis, dat is iets verder dan vorig jaar ons verste punt.
Vertrektijd 10:20 uur
Aankomst 12:40 uur
Tripafstand: 11,2zeemijl
Weer: zonnig 31 graden
Windkracht: 2